Gezondheidsvaardigheden zijn de vaardigheden om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van gezondheidgerelateerde beslissingen. Er is een duidelijke samenhang tussen beperkte gezondheidsvaardigheden en een slechtere gezondheid.

Hoe herkent u een patiënt met beperkte gezondheidsvaardigheden?

  • Niet volledig of onjuist ingevulde formulieren
  • Niet komen op een afspraak
  • Zich niet houden aan het behandelplan
  • Een patiënt zegt zijn/haar medicijnen in te nemen, maar uit laboratorium onderzoek (signalen van de apotheek) blijkt dit niet het geval te zijn

NB: mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden hoeven niet laaggeletterd te zijn. Soms zijn beperkte gezondheidsvaardigheden lastiger te herkennen.

Wat betekent dit voor u? U kunt het volgende doen:

  • Veronderstel geen basiskennis van het lichaam
  • Herhaal de belangrijkste punten
  • Vraag de patiënt om het vertelde in eigen woorden te herhalen (terugvraagmethode)
  • Doe voor hoe medicatie moet worden ingenomen of hoe een oefening gedaan moet worden en vraag de patiënt dit na te doen (leren door doen)
  • Gebruik getest visueel voorlichtingsmateriaal (ook digitaal)

Tips

Afspraken tussen huisarts en apotheker:

Noteer een extra regel op het recept. Gebruik bijvoorbeeld ETT – extra therapietrouw of de ICPC-code. Maak daarover goede afspraken in het FTO. Let op! Vraag toestemming aan de patiënt.

Wanneer beperkte gezondheidsvaardigheden samenhangen met laaggeletterdheid zijn de volgende tips van toepassing.

Neem laaggeletterdheid mee in het regulier overleg tussen de huisarts en apotheker en/of als agendapunt in het FTO.

Afspraken tussen huisarts/apotheker en andere eerstelijns zorgverleners:

Bespreek in het FTO op welke manier de wijkverpleegkundige betrokken kan worden bij registratie en uitwisseling. De wijkverpleegkundige kan het BEM-formulier van het IVM gebruiken (Beheer Eigen Medicatie). Aan het formulier zijn explicieter dan voorheen vragen toegevoegd rond laaggeletterdheid.

Spreek met de wijkverpleegkundige af dat hij/zij laaggeletterdheid doorgeeft aan de apotheek en huisartsenpraktijk. En registreer de patiënten ook in het HIS en AIS.

Afspraken tussen huisarts en tweedelijn:

Vermeld in de verwijsbrief dat de patiënt laaggeletterd is of behoefte heeft aan duidelijke en eenvoudige uitleg. Vraag daarvoor wel toestemming van de patiënt. Laaggeletterden zelf geven aan dit plezierig te vinden.

Bronnen

https://www.gezondheidsvaardigheden.nl/

http://www.pharos.nl/documents/doc/gezondheidsvaardigheden_in_de_eerste_lijn.pdf

http://www.pharos.nl/documents/doc/poh_geen_doorsnee_patient_gezondheidsvaardigheden.pdf

http://www.pharos.nl/nl/kenniscentrum/laaggeletterdheid-en-gezondheid/stappenplan-laaggeletterdheid-voor-uw-praktijk/samenwerking