Het is voor patiënten niet altijd vanzelfsprekend dat zij zelf een actieve rol nemen in hun herstel of voor hun gezondheid. De Amerikaanse onderzoeker Judith Hibbard ontwikkelde de ‘Patiënt Activity Measure’ om te meten hoe actief een patiënt zich inzet voor de eigen gezondheid. Zij vond dat patiënten die dit matig tot zwak doen, in hun leven veel hebben ervaren dat zij iets niet (goed) kunnen. In de klas waren zij de slechtste leerlingen, en als volwassenen waren zij minder succesvol. Dit maakt dat zij weinig zelfvertrouwen hebben in het eigen kunnen en sneller geneigd zijn alles bij de arts neer te leggen. Later onderzoek wees uit dat het herstellen van dit vertrouwen bijdraagt aan een hogere activiteit.

Het 4D-model helpt patiënten om te begrijpen dat zij zelf stappen moeten zetten om zich beter te voelen.

Voorbeeld uit de praktijk
Een fysiotherapeut uit Utrecht kreeg regelmatig patiënten binnen die direct op de bank gingen liggen, naar hun schouder of rug wezen en zeiden: “Hier moet ik gemasseerd worden.” Als hij deze patiënten in plaats daarvan oefeningen meegaf, waren ze verbaasd en gingen ze op zoek naar een andere fysiotherapeut die wel gewoon ging masseren. In de jaren die volgden hebben zorgverleners en professionals uit de publieke gezondheid en welzijn zich ingezet voor een integrale wijkaanpak. Onder andere het 4D-model werd ontwikkeld. Als huisartsen nu een patiënt doorverwijsen naar de fysiotherapeut, leggen zij eerst uit aan de patiënt wat de fysiotherapeut kan doen en wat de patiënt zelf kan doen.